Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zal uw hart [28]bestaan? zullen uw handen sterk zijn, in de dagen, als Ik met u [29]handelen zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. 28. Geenszins wil God zeggen, maar hart en moed zullen u alsdan voorzeker ontvallen, en uwe handen zullen slap worden. 29. Naar mijne gerechtigheid en uwe verdiensten.